Geerdinkhof zit momenteel midden in het proces waarin bewoners parkeervergunningen kunnen aanvragen voor als straks het betaald parkeren in onze wijk van start gaat: 7 oktober 2024. Daarbij komt geregeld ook het ‘gedoogbeleid’ ter sprake.
Wat is gedogen?
Onder het gedogen wordt in dit verband bedoeld dat de gemeente oogluikend toelaat dat er auto’s in Geerdinkhof worden geparkeerd buiten de officiële parkeervakken. Dat zijn vakken die zijn aangeduid met een ‘P’, die in de bestrating bij elke parkeerplek is aangebracht. Dit ‘gedoogbeleid’ is al jaren gaande en het zal menigeen dan ook verbazen dat er überhaupt sprake is van gedogen: ‘Hoezo, ik kan mijn auto toch bijna overal probleemloos parkeren in de wijk, waarom zou dat niet mogen?’ En inderdaad is de aanblik van auto’s die op allerlei plekken buiten de officiële P-vakken geparkeerd staan een vertrouwd beeld in Geerdinkhof. Die auto’s staan niemand in de weg en geen haan kraait ernaar, enkele plekken uitgezonderd.
Is er een gedoogbeleid?
De term ‘gedoogbeleid’ is niet correct. Er is namelijk helemaal geen beleid op dit gebied. Je spreekt pas van beleid als er regels zijn vastgelegd en die zijn doorgaans de uitkomst van politiek debat. Voor het gedogen van het foutparkeren in Geerdinkhof staat nergens een letter op papier. We kunnen ons dus ook nergens op beroepen, of aanspraak op maken: en dan gelden de algemene regels. We kunnen dus beter spreken van een gedoogpraktijk.
Regels voor woonerven
Officieel is dus iedereen die parkeert buiten de vakken en buiten zijn of haar erfpachtstuk dus een foutparkeerder. Dat heeft te maken met de regels die gelden voor gebieden die zijn ingericht als woonerf, zoals Geerdinkhof. Woonerven zijn aangelegd zonder stoepen, vanuit de gedachte dat de openbare ruimte gedeeld wordt door alle gebruikers en dat ze rekening met elkaar houden. In straten met stoepen wordt gewoonlijk overal langs de stoep geparkeerd. In woonerven zijn er voor het parkeren van auto’s die speciale P-vakken. In een wijk als de onze, die nadrukkelijk is ontworpen met het oog op autobezit, zijn er natuurlijk in de eerste plaats de honderden privé-parkeerplekken. Op enkele woningen na is er voor iedereen een parkeerplek op ‘eigen grond’ en voor een aanzienlijk aantal woningen zelfs twee. De parkeervakken in de openbare ruimte waren dan ook vooral bedoeld voor bezoekers. Ze boden ook nog uitkomst toen het autobezit in de loop der jaren verder uitdijde en sommige auto’s bovendien de garage uitgroeiden.
Garage ongeschikt voor parkeren
Inmiddels worden er bij diverse woningen inspecties gedaan naar de kenmerken van de garage, als de bewoners hebben aangegeven dat zie die niet kunnen gebruiken. In een aantal gevallen zal dan worden vastgesteld dat de garage volgens de maatstaven van de gemeente niet geschikt is: door zijn afmetingen (<2,20 m opening, <2,35 m breedte, <5 m diepte) of door ‘aard- en nagelvaste verbouwing’. De bewoner komt dan voor een parkeervergunning in aanmerking. Vooral in wijkdeel 8 (gele huizen) zal dit het geval zijn, gezien de afmetingen van de meeste garages daar. Maar hoe meer vergunningen er worden afgegeven, hoe meer P-plekken er zullen worden ingenomen.
Blijft de gedoogpraktijk?
Terug naar de gedoogpraktijk. Al degenen die nu voor hun eigen garage parkeren hopen natuurlijk dat dat zal blijven worden gedoogd, ook als je een vergunning hebt. Want waar huur je voor 80 euro per jaar 25 kuub bergruimte? En zeker niet aan huis… Mocht het gedogen straks voorbij zijn, dan zal het op de meeste parkeerterreintjes knap druk gaan worden, zeker ’s avonds. En in wijkdeel 8 ontstaat een onmogelijke situatie, omdat daar nu al te weinig officiële parkeerplekken zijn.
Het is de vraag in hoeverre de gemeente dit heeft voorzien; waarschijnlijk niet. We gaan dus zien hoe de gemeente hier na 7 oktober mee om zal gaan. Op dit moment valt er nog niets over te zeggen.